Ik ben geboren in Bailleul (Frankrijk) op 8 maart 1939. Mijn moeder was Française en pa was Belg. Mijn jeugd bracht ik door in Abele, een klein dorp aan de Belgisch-Franse grens. Na drie jaar gemeenteschool, ging ik naar de ‘Ecole Moyen’ in Poperinge. Daar leerde ik Dirk Frimout kennen. Hij werd en is nog altijd mijn beste vriend. Na Poperinge, vertrok ik naar het Koninklijk Atheneum Gent en vervolgens naar het Koninklijk Atheneum Ieper om er, na een langdurige ziekte, mijn studies verder te zetten. Aan de Rijksnormaalschool Gent studeerde ik in 1961 af als Regent Frans-Engels. Ik mocht mijn kennis direct in de praktijk omzetten aan de RMS en de avondschool in Poperinge.
In 1962 huwde ik met Hélène Dewulf, afkomstig uit de streek van Montargis in Frankrijk. Na mijn legerdienst in Duitsland, waar ik teksten voor de kolonel vertaalde, bleef ik er hangen om les te geven aan de kinderen van de militairen. Mijn echtgenote en onze zoon Yannick hebben zich bij mij vervoegd en het jaar erop is Fabrice geboren in Keulen.
Maar je kwam terug naar de Westhoek?
Ja, ik verkreeg een “mutatie” naar ons Atheneum, waar ik de rest van mijn carrière leraar Frans was. Wij woonden toen in Haringe. In 1973 werd Vincent geboren. We namen ook de zorg van een pleegdochter op ons. Maïta was een klein, tenger meisje dat noch lezen noch schrijven kon. Na twee jaar BLO nam ik haar mee naar Veurne, waar ze dank zij de grote inzet van onderwijzer Fernand Heughebaert, haar eigen wilskracht en onze steun de hele humaniora met succes beëindigde. Ze studeerde verder, werd ergotherapeute en oefent nu haar beroep uit in een tehuis voor Alzheimerpatiënten in Asse.
Mijn zonen studeerden automechanica aan het KTA De Panne. Yannick is nu hoofdverdeler van het automerk Kia en heeft een bloeiende zaak in Beveren aan de IJzer; Fabrice werkt in zijn zaak. Vincent studeerde handel aan het KTA De Panne en zette zijn studies verder in Brugge. Hij is nu eerstaanwezend verificator bij de scannerdienst van de Douane aan de haven van Zeebrugge. In deze functie reisde hij de wereld rond: China, Canada, Noorwegen …
Hoe zit het met je hobby’s?
Wie mij een beetje kent, weet dat ik een verwoed antiekliefhebber ben en vooral bezeten ben van oude wagens. Na mijn eerste ‘schuitje’ Citroën uit 1924, volgden verschillende broertjes en zusjes: Hotchkiss, Alfa Romeo, Mathis, Fiat, Triumph. Het kostte veel tijd om er weer juweeltjes van te maken. We knapten ze helemaal zelf op, het interieur was een verdienste van mijn echtgenote. Nu behoren al mijn oldtimers toe aan mijn kinderen. In 1976, richtte ik de Automobielenclub “De Westhoekpioniers” op, waarvan ik nog steeds voorzitter ben. En zo’n twintig jaar geleden, werd ik de medestichter van het Old Timer Museum in Reninge. Zeker een bezoekje meer dan waard!
Alle jaren gaan we op stap met onze “oudjes”. De club telt namelijk een 130-tal leden, allen echte liefhebbers. Dit jaar, op 21 augustus, verzamelen we aan het Bakkerijmuseum in Veurne voor een rondrit door de Westhoek.
Auto’s: een passie! Vergeet je niet wat over de school te vertellen?
Sorry, mag ik dan een extra bladzijde? Inderdaad, in ons ‘atheneetje’ heerste er een aangename sfeer. Wie er les gaf, voelde er zich gelukkig. Toffe collega’s en vooral een goed publiek. Er werd zeer hard gewerkt, soms ook eens goed gelachen en enkele sloebers wisten heel goed met welk onderwerp ze mij konden afleiden: ‘veteran cars’! Wij wonen nu in Veurne en regelmatig brengen we ook een tijdje door in Durbuy, waar we een chaletje bezitten.
Tekst en foto: Dirck Defever